M.M. Roos, G.J. Clevers, N. Schouten, T. van Dalen, C. van de Water, R.J. Spermon, L. Sibinga Mulder, J.P. Burgmans
Vrijdag 25 november 2016
12:48 - 13:00u
in Grote Zaal
Categorieën: Algemeen/Overig
Parallel sessie: V01 Vrije voordrachten: Algemeen/Oncologie
De endoscopische totaal extraperitoneale (TEP) liesbreukcorrectie met gebruik van een polypropyleen matje is een frequent uitgevoerde techniek. Echter, vanwege de nauwe relatie tussen de mat en de structuren van de funiculus spermaticus, kan mat-geinduceerde inflammatie in het omliggende weefsel mogelijk nadelige effecten hebben op de fertiliteit. Het doel van deze observationele prospectieve cohort studie is vaststellen of een bilaterale TEP liesbreukcorrectie de mannelijke fertiliteit beïnvloedt.
56 mannen (18-60 jaar) met primaire, reponibele, bilaterale liesbreuken ondergingen een electieve bilaterale TEP liesbreukcorrectie met gebruik van een polypropyleen matje. De primaire uitkomst was testiculaire perfusie, gemeten door middel van bilaterale scrotale echografie. Secundaire uitkomsten bedroegen testiculair volume, geslachtshormonale status (serum levels van follikelstimulerend hormoon (FSH), luteïniserend hormoon (LH) en testosteron) en semen kwaliteit. Alle parameters werden pre-operatief en 6 maanden postoperatief bepaald.
De follow-up werd voltooid bij 44 patienten. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen pre-en postoperatieve bepalingen van testiculaire perfusie en testiculair volume. Postoperatieve LH levels waren hoger met een mediaan van 5.0 IU/L (IQR 3.6-6.5) vergeleken met een pre-operatieve mediaan van 4.3 IU/L (IQR 3.4-5.4) (p-waarde 0,03). Er werden geen verschillen gevonden in FSH- en testosteronwaarden. Er was geen verschil in semen kwaliteit.
Onze data suggeren dat bilaterale endoscopische TEP liesbreukcorrectie met polypropyleen matje geen nadelig effect heeft op testiculaire perfusie, testiculair volume of semen kwaliteit bij fertiele mannen. Postoperatieve LH-levels waren hoger in onze studiepopulatie, echter, de klinische relevantie van deze geïsoleerde bevinding is onduidelijk.